Skip to main content

MSZ-Richtlijn: kwaliteitsstandaard ontwikkelen vanuit patiëntenperspectief

Standaard opbouw van een richtlijn

Voor de consistentie tussen richtlijnen is een eenduidige opbouw belangrijk. Daarnaast draagt deze standaard opbouw bij aan de herkenbaarheid en is de richtlijn makkelijker implementeerbaar in de praktijk. Elke beroepsgroep kent zijn eigen standaard opbouw.

Standaard opbouw van een MSZ-richtlijn

Een MSZ-richtlijn bestaat uit de volgende standaardonderdelen:

  • Samenvatting met belangrijkste aanbevelingen (kernaanbevelingen)
  • Algemene inleiding
  • Modules over de inhoud van de zorg met aandacht voor [doelmatigheid = Doelmatige zorg kenmerkt zich door het leveren van de juiste zorg op het juiste moment aan de juiste cliënt, niet meer en niet minder dan nodig. In iedere kwaliteitsstandaard dient een voorkeursoptie voor de meest doelmatige zorg bij een bepaalde indicatie te worden opgenomen ter bevordering van gepast gebruik van zorg.]
  • Module over de organisatie van zorg
  • Adviezen voor [e-health = Met e-health wordt ook digitale zorg bedoeld. Dit zijn Digitale (ICT) toepassingen die kunnen bijdragen aan de zorg. Onder digitale zorg valt bijvoorbeeld e-consult, online herhaalrecepten aanvragen et cetera.]
  • Overzicht van belangrijkste ontbrekende kennis (kennislacunes)
  • Voorstel voor meetpunten (indicatoren) om gebruik van de richtlijn te meten (monitoren)
  • Invoeringsplan (implementatieplan) met acties en betrokken partijen
  • Adviezen die helpen bij de invoering van de richtlijn (implementatie) door middel van afgeleide producten zoals keuzehulpen, beslisbomen of (digitale) nascholing
  • Voorstel om samen te komen tot keuze-informatie en oplossingen
  • Overzicht van organisatorische en financiële gevolgen, eventueel aangevuld met een onderzoek naar de schatting van de kosten
  • Verwijzing(en) naar patiënten informatie

Algemene inleiding

De algemene inleiding beschrijft het doel, de doelgroep(en), manier van werken en hoe de standaard is gemaakt, wie in de werkgroep zat (met in een bijlage een lijst van belangen die de betrokkenen hebben aangegeven), en een plan hoe de richtlijn wordt herzien. Als het nodig is, wordt ook een begrippenlijst toegevoegd. Bij de belangrijkste begrippen is beschreven welke gegevens bij de uitvoering van de zorg worden vastgelegd en uitgewisseld. Dit is een onderdeel van de [informatiestandaard = Een informatiestandaard is een verzameling van afspraken die ervoor moet zorgen dat partijen in de zorg informatie over de verleende zorg met de juiste kwaliteit betrouwbaar en tijdig kunnen vastleggen, opvragen, uitwisselen en overdragen.].

Opbouw in modules

Een module geeft antwoord op één omschreven probleem/ knelpunt, bijvoorbeeld over gezondheid, organisatie van zorg of deelname aan de maatschappij (bijvoorbeeld werk) Een module sluit af met een advies of aanbeveling. Een opbouw in modules helpt bij de toepassing in de praktijk, en maakt onderhoud van de richtlijnen ook makkelijker. Als een module helemaal wordt opgenomen in verschillende standaarden, spreekt men van een generieke zorgmodule.

Als een richtlijn wordt ingevoerd en dit belangrijke gevolgen voor de praktijk heeft, moet dit beschreven worden in de zorgstandaard.

  • E-health biedt mogelijkheden voor het (verder) voorkomen van ziekte (preventie), volgen (monitoren), nazorg en [zelfmanagement = Zelfmanagement gaat over acties en vaardigheden gericht op: Het zelf omgaan met de aandoening, symptomen en psychosociale gevolgen van de aandoening. Het zelf omgaan met factoren die de symptomen kunnen verergeren (risicofactoren).]. E-health kan bijdragen aan een betere kwaliteit of betere of goedkopere zorg. Als e-health belangrijk is, wordt dit beschreven in de richtlijn. In de algemene inleiding moet duidelijk beschreven staan op welke manier het patiëntperspectief is meegenomen in de richtlijn.
  • Een richtlijn moet o.a. toegankelijke patiënteninformatie bevatten. Neem als het mogelijk is de regie bij het ontwikkelen van patiënteninformatie. Belangrijk bij patiënteninformatie is ervoor te zorgen dat de inhoud goed is afgestemd op de richtlijn. Daarom is het belangrijk iemand met medisch inhoudelijke kennis te betrekken.
  • Voor de ontwikkeling van patiënteninformatie moet tijd en budget worden gereserveerd. Als er onvoldoende budget en tijd is gereserveerd, kun je de voorzitter of procesbegeleider, uw patiëntenorganisatie of de Patiëntenfederatie vragen naar mogelijkheden om extra budget of subsidie te zoeken.
TIP!

Let op de samenhang tussen de verschillende modules. Bij wijzigingen van de aanbevelingen kan dit gevolgen hebben voor andere modules of hoofdstukken (bijvoorbeeld organisatie van zorg).

Hulpmiddelen