Skip to main content

MSZ-Richtlijn: kwaliteitsstandaard ontwikkelen vanuit patiëntenperspectief

Schrijven van de overwegingen

Hoe de aanbevelingen tot stand zijn gekomen en hoe de besluiten daarbinnen zijn genomen, worden in de richtlijn beschreven bij de overwegingen. Bij de aanbevelingen worden gezondheidswinst, bijwerkingen, veiligheid, doelmatigheid, de financiële gevolgen, voorkeuren van zorggebruikers en zorgaanbieders en bevorderende en belemmerende factoren naast elkaar gezet. Ook wordt rekening gehouden met de acceptatie in de praktijk, en of de aanbevelingen eenvoudig kunnen worden uitgevoerd. Ook deze aspecten kunnen in de overwegingen beschreven worden.

Het is verstandig om die toepasbaarheid van de aanbevelingen al zo vroeg mogelijk na te gaan in de ontwikkeling van de standaard. Aan het eind van het hele traject kan het heel lastig zijn dit nog te veranderen. In de tekst van de kwaliteitsstandaard moet een duidelijk verband zijn tussen de verzamelde kennis (wetenschappelijke literatuur of de kennis van deskundigen/experts) en de aanbevelingen. Daarbij hoort een beschrijving van achterliggende redenen om tot een aanbeveling te komen.

Naast het bewijs uit de wetenschappelijke literatuur zijn er andere overwegingen die meespelen bij het formuleren van de aanbeveling. Je kunt informatie geven over voorkeuren of behoeften van patiënten of collectieve patiëntervaringen. Bij de aanbevelingen worden gezondheidswinst, bijwerkingen, veiligheid, doelmatigheid, de financiële gevolgen, voorkeuren van zorggebruikers en zorgaanbieders en bevorderende en belemmerende factoren naast elkaar gezet. Ook wordt rekening gehouden met de acceptatie in de praktijk en of de aanbevelingen eenvoudig kunnen worden uitgevoerd.

Patiëntopinie en expertopinie

Na het formuleren van de uitgangsvraag en het formuleren van het literatuuronderzoek kun via een achterbanraadpleging achterhalen wat voor patiënten belangrijk is bij de uitgangsvraag. Denk ook aan relevante rapporten of studies. Vraag dit eventueel na bij de patiëntenorganisatie. Deze informatie kan beschreven worden onder het kopje ‘(overige) overwegingen’ in de richtlijn. Op basis van de conclusie(s) worden aanbevelingen geformuleerd. Deze ‘overige overwegingen’ worden onder een apart kopje in het format gezet. Op deze manier wordt duidelijk hoe de werkgroep tot een bepaalde aanbeveling is gekomen.

Ethische overwegingen in richtlijnontwikkeling

Bij elke fase van ontwikkeling en bij alle onderdelen van een richtlijn is het belangrijk stil te staan bij eventuele ethische kwesties. Werkgroepleden en adviseurs worden getraind in het nadenken over mogelijke ethische kwesties. Als dat nodig is, wordt een ethicus betrokken bij de ontwikkeling van de richtlijn. Ethische overwegingen in richtlijnen zijn belangrijk om te zorgen voor aansluiting bij de praktijk, ontwikkelingen in de maatschappij en wensen van patiënten.

Het schrijven van de overwegingen bij MSZ

Na de beoordeling en samenvatting van het wetenschappelijk bewijs volgt in de GRADE-methode de vertaling van de resultaten naar aanbevelingen voor de praktijk, ofwel de zogenoemde vertaalslag ‘Van bewijs naar aanbeveling’. Ook praktische en contextuele factoren spelen een rol, om te komen tot goed toepasbare aanbevelingen. Indien er een achterbanraadpleging is gedaan, kunnen de uitkomsten worden opgeschreven in het kopje wensen en voorkeuren van de patiënt. Eén of meer aanbevelingen geven het uiteindelijke antwoord op een uitgangsvraag. Aanbevelingen worden zo concreet en specifiek mogelijk beschreven. Wanneer het niet goed mogelijk is om te komen tot een keuze voor een bepaalde beleidsoptie, worden de verschillende beleidsopties beschreven met de voor- en nadelen. Op die manier ondersteunt het zo goed mogelijk bij het proces van Samen Beslissen in de praktijk.

Aandachtspunten voor de patiëntenvertegenwoordiger

In de werkgroep worden de overwegingen, hoe men van bewijs naar aanbeveling komt besproken. Er zijn verschillende vormen van de mate van bewijs: bewezen effectief, bewezen niet-effectief, niet bewezen effectief, niet bewezen niet-effectief.

Niet van alle handelingen is er wetenschappelijk bewijs te vinden. Soms komt het bewijs niet uit een literatuurstudie. Wanneer het bewijs ontbreekt, wordt er meer gekeken naar het gezond verstand van de experts en de wensen en voorkeuren van patienten. Als deze hierover consensus bereiken, dan wordt dit genoteerd in de richtlijn. Het helpt hierbij als je een achterbanraadpleging onder patiënten kan inbrengen wat patiënten bij de uitgangsvraag belangrijk vinden.

Begin tijdig met het achterhalen van de relevante wensen en voorkeuren van patiënten met betrekking tot de uitgangsvraag. Je kan dit al gaan formuleren als de literatuursearch plaatsvindt.

Hulpmiddelen