Skip to main content

NHG-Richtlijn: kwaliteitsstandaard ontwikkelen vanuit patiëntenperspectief

Standaard opbouw van een richtlijn

Voor de consistentie tussen richtlijnen is een eenduidige opbouw belangrijk. Daarnaast draagt deze standaard opbouw bij aan de herkenbaarheid en is de richtlijn makkelijker implementeerbaar in de praktijk. Elke beroepsgroep kent zijn eigen standaard opbouw.

Standaard opbouw van een NHG-richtlijn

Een NHG-richtlijn bestaat uit de volgende onderdelen:

  • Samenvatting
  • Hoofdtekst
  • Details (toelichting op hoofdtekst, inclusief samenvatting en de weging van bewijs/literatuur)
  • Literatuurlijst/referenties
  • Totstandkoming en methoden

Bij elke richtlijn formuleert het NHG [kennislacunes = In de context van richtlijnontwikkeling kan van een kennislacune worden gesproken als na kennissynthese geconstateerd wordt dat een gebrek aan kennis het maken van de afweging van gewenste en ongewenste effecten belemmert. In de kennislacune staat het hiaat/gebrek aan kennis verwoord.] en als dat relevant is indicatoren. De opbouw van de richtlijn kan je vinden in de hulpmiddelen op deze pagina.

Samenvatting

Van elke NHG-richtlijn staat een samenvatting en volledige tekstversie op richtlijnen.nhg.org.

Hoofdtekst

Onderstaand uitleg over de structuur en opbouw van de hoofdtekst, waarin achtergrondinformatie en aanbevelingen voor de praktijk zijn opgenomen.

  • Inleiding
    De inleiding bevat een toelichting op het doel en de afbakening (scope) van de richtlijn. Meestal is hier ook beschreven waar de richtlijn niet over gaat, bijvoorbeeld als er doelgroepen of interventies buiten het bestek van de richtlijn vallen. Bij nieuwe onderwerpen geeft de inleiding de redenen weer om hiervoor een NHG-richtlijn te ontwikkelen.
  • Belangrijkste wijzigingen en kernboodschappen.
    Er verschijnen nog maar weinig volledig nieuwe NHG-richtlijnen. Meestal gaat het om actualiseringen. Per richtlijn worden de belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de vorige versie van de richtlijn samengevat. De kernboodschappen vatten de belangrijkste aanbevelingen van de richtlijn samen. Ze geven lezers een goed overzicht van de inhoud en leggen extra nadruk op de belangrijkste wijzigingen en aanbevelingen.
  • Achtergronden
    Dit deel van de richtlijn bevat:
    • een introductie op het onderwerp van de richtlijn
    • een omschrijving van de gehanteerde begrippen
    • informatie over de [epidemiologie = Epidemiologie is de bestudering van de verschillende factoren die het optreden, de verspreiding, de preventie en de beheersing van ziekte, letsel en andere gezondheidsgerelateerde gebeurtenissen in een bepaalde menselijke populatie beïnvloeden.] van de betreffende aandoening in de huisartsenpraktijk
    • informatie over de [etiologie = Etiologie wordt ook wel oorzakenleer of oorzakelijkheidsleer genoemd. Het woord wordt ook specifieker gebruikt in de betekenis van oorzaak of ontstaansgeschiedenis.], prognose en natuurlijk beloop van de betreffende aandoening in de huisartsenpraktijk
    • informatie over [pathofysiologie = In de pathofysiologie wordt er kennis opgehaald en onderzoek gedaan naar de functie van zieke organen.] en [symptomatologie = Symptomatologie zijn alle symptomen die bij een bepaalde ziekte horen.]
  • Richtlijnen diagnostiek
    Dit deel bevat een beschrijving van:
    • signalen en symptomen die de huisarts aanleiding geven tot het vermoeden van de ziekte;
    • als dit van toepassing is: de presentatie bij subgroepen, zoals kinderen of ouderen;
    • aanbevelingen voor aanvullend onderzoek bij specifieke indicaties;
    • een evaluatie van de diagnoses die aan de hand van de bevindingen uit anamnese, lichamelijk en aanvullend onderzoek kunnen worden gesteld en welk onderscheid relevant is met het oog op het beleid;
    • als dit van toepassing is: een onderscheid naar aard en/of ernst van de diagnose;
    • aanbevelingen voor anamnestische vragen en lichamelijk onderzoek om de diagnose te kunnen stellen en differentiaaldiagnoses uit te sluiten.
  • Richtlijnenbeleid
    Dit deel bevat een beschrijving van:
    • aanbevelingen over voorlichting en adviezen aan de patiënt, met aandacht voor zelfhulp en zelfmanagement;
    • richtlijnen voor niet-medicamenteuze en medicamenteuze behandeling, inclusief een beschrijving van interventies die minder effectief zijn of niet worden aanbevolen;
    • adviezen voor controles, de frequentie en het doel daarvan;
    • criteria voor consultatie en verwijzing; deze komen meestal tot stand op basis van overeenstemming tussen de diverse samenwerkingspartijen. Verwijs- en terugverwijscriteria zijn een onderdeel om in overleg met de betreffende medisch specialisten vast te leggen.

Details

Het doel van de details is om transparant te maken hoe een aanbeveling tot stand is gekomen en welke literatuur en argumentatie de basis vormen. Alle details volgen voor zover mogelijk een vaststaande structuur, namelijk:

  • uitgangsvraag
  • achtergrond
  • methoden
  • resultaten
  • conclusie
  • van bewijs naar aanbeveling
  • aanbeveling

Totstandkoming en methoden

Het deel Totstandkoming en methoden geeft een toelichting op het ontwikkelingsproces van een richtlijn, waaronder de samenstelling van de werkgroep en mogelijke [belangenverstrengelingen = Belangenverstrengeling of belangenvermenging is een situatie waarbij iemand meerdere belangen dient die een zodanige invloed op elkaar kunnen uitoefenen dat de integriteit ten aanzien van het ene of het andere belang in het geding komt.]. Dit deel beschrijft de bij de ontwikkeling van de richtlijn gehanteerde methoden. In totstandkoming van de richtlijn staan:

  • betrokken wetenschappelijke verenigingen, beroepsorganisaties en patiëntenverenigingen
  • samenvattende tabel Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) belangenverklaringen
  • uitgangsvragen
  • zoekstrategieën
  • [PRISMA-stroomdiagram = Een (PRISMA) stroomdiagram is een diagram dat helpt om de resultaten van een zoektocht naar relevante publicaties op een transparante manier weer te geven. Het geeft aan hoeveel documenten er initieel gevonden werden, hoeveel er uiteindelijk werden opgenomen en alle stadia tussenin.] per uitgangsvraag
  • uitgesloten artikelen nadat alle teksten zijn beoordeeld (full-tekst beoordeling)
  • samenvatting onderzoekskarakteristieken (inclusief risico op [bias = Systematische fout, een zogenaamde niet-steekproeffout die een vertekening (een afwijking ten opzichte van het juiste resultaat) oplevert die een systematische oorzaak heeft. Onzuiverheid (statistiek), een afwijking ten opzichte van de verwachte waarde.]) van afzonderlijke onderzoeken (optioneel), [forest plots = Een forest plot is een grafische weergave van de resultaten van verschillende studies die in een meta-analyse zijn geïncludeerd. De puntschattingen en betrouwbaarheidsintervallen van elk van de studies worden onder elkaar gezet met onderaan het diamantvormige resultaat van de pooling, de schatting van het globale effect. Op deze wijze ontstaat een soort boomgrafiek.] (optioneel) en de gevolgen van diagnostische testeigenschappen (optioneel)

Kennislacunes

De aanbevelingen in NHG-richtlijnen zijn zoveel mogelijk gebaseerd op de resultaten van wetenschappelijk onderzoek. Soms ontbreekt onderzoek om de aanbevelingen te onderbouwen of is dit ontoereikend: een 'kennislacune’. Bij de publicatie van elke (herziene) richtlijn publiceert het NHG ook de bijbehorende kennislacunes op de richtlijnendatabase van het NHG.

Indicatoren

Indicatoren zijn meetbare elementen die een aanwijzing kunnen geven over de kwaliteit van zorg. Ze hebben vooral een signalerende functie om de mate waarin de richtlijn wordt toegepast te kunnen beoordelen. Bij de ontwikkeling of herziening van elke NHG-richtlijn wordt de formulering van indicatoren overwogen.

Indicatoren zijn gebaseerd op de kernaanbevelingen van NHG-richtlijnen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen [structuur-, proces- of uitkomstindicatoren = Een indicator is een ‘meetinstrument’ dat een aanwijzing geeft over de kwaliteit van de zorg. Structuurindicatoren geven informatie over de organisatorische voorwaarden.
Procesindicatoren geven een indicatie over het verloop van zorgprocessen.
Uitkomstindicatoren geven een indicatie over de uitkomst van de zorg.]. De uit indicatoren voortvloeiende informatie kan worden gebruikt voor kwaliteitsverbetering.

De ontwikkeling van indicatoren volgt de procedure uit de handleiding Indicatorenontwikkeling op basis van NHG-Standaarden (2017).

Hulpmiddelen